Een werknemer heeft met ingang van 1 januari 2020 vanaf de eerste dag van zijn arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding bij ontslag. De berekening van de transitievergoeding gaat onder de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) vanaf 1 januari 2020 als volgt:
Voorbeeld 1: 9 jaar en 5 dagen
De arbeidsovereenkomst duurde 9 jaar en 5 dagen. Het bruto maandsalaris was € 3.000. Het bruto uurloon was € 20. De werknemer werkte 8 uur per dag.
De vergoeding
wordt berekend over het aantal volledig gewerkte jaren:
9 jaar x (1/3 van € 3.000) = € 9.000.
De vergoeding
wordt berekend over de laatste 5 dagen.
Het totale salaris over de laatste 5 dagen is: 5 x 8 (gewerkte uren) x € 20
(bruto uurloon) = € 800.
De berekening
volgens de formule is:
bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst gedeeld door
volledig maandsalaris, maal 1/3 bruto maandsalaris gedeeld door 12 (maanden).
Dit betekent: (800/ 3000) x (1000/12) = 22,22
Het totaal aan transitievergoeding is € 9.000 + € 22,22 = € 9.022,22.
Voorbeeld 2: 5 dagen
De werknemer wordt tijdens zijn proeftijd ontslagen. De arbeidsovereenkomst heeft in totaal 5 dagen geduurd. Het brutosalaris over deze 5 dagen is € 800. Dit wordt beschouwd als het loon per maand.
De
berekening:
(€ 800 / € 800) x (1/3 x € 800)/12) = 1 x (€ 266,67/12) = € 22,22.
De werknemer krijgt dus € 22,22 transitievergoeding voor de 5 dagen dat hij in dienst was.
Verhoogde opbouw vervalt
De opbouw wordt gelijk voor alle werknemers, ongeacht hun leeftijd en de duur van het dienstverband. De verhoogde opbouw voor werknemers die langer dan 10 jaar in dienst zijn vervalt onder de WAB.
Vervangende voorziening in cao
In een cao kan worden vastgelegd dat een ontslagen werknemer een vervangende voorziening krijgt in plaats van een transitievergoeding. Dit kan vanaf 2020 alleen nog maar bij ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Ook hoeft de vervangende voorziening niet meer gelijkwaardig te zijn aan de wettelijke transitievergoeding. Wel moet de voorziening bestaan uit maatregelen om werkloosheid te voorkomen (of in duur te beperken) of uit een redelijke financiële vergoeding. Een combinatie kan ook.
Bruto maandsalaris berekenen
Voor de berekening van de transitievergoeding moet ook het bruto maandsalaris worden berekend. Dit bereken je als volgt:
Toevoegen andere looncomponenten
Bij het basis
bruto maandsalaris tel je eventueel ander loon en de vakantiebijslag op.
Als ze van toepassing zijn worden de volgende vormen van salaris in de
berekening meegeteld:
Ziekte niet van toepassing
Als de werknemer ziek was voordat hij werd ontslagen of op het moment van het ontslag, dan heeft dit geen gevolgen voor de arbeidsduur. En ook niet voor de hoogte van het basis bruto maandsalaris. Voor de berekening van de transitievergoeding wordt dus uitgegaan van het normale, laatstverdiende bruto maandsalaris.
Aftrek kosten voor scholing, outplacement
Kosten van bijvoorbeeld outplacement of scholing kunnen worden afgetrokken van de transitievergoeding. Of kosten die de werkgever heeft, omdat een langere opzegtermijn wordt gehanteerd en de werknemer gedurende deze periode is vrijgesteld van werk. Deze kosten moeten zijn gemaakt met het oog op het ontslag en in overleg met de werknemer.
Als de werkgever tijdens de arbeidsovereenkomst kosten heeft gemaakt om de inzetbaarheid buiten de organisatie te bevorderen, dan kunnen ook deze kosten in overleg met de werknemer in mindering worden gebracht.
In termijnen
Als de werkgever de transitievergoeding niet in één keer betalen omdat dit de bedrijfsvoering schaadt, dan kan de werkgever die in termijnen betalen, verspreid over maximaal zes maanden.
Betaalt de werkgever de transitievergoeding in termijnen, dan is hij wel steeds wettelijke rente verschuldigd vanaf een maand na het einde van het contract. De rente wordt berekend over dat deel van de transitievergoeding dat nog niet is uitgekeerd.
Bron: Rijksoverheid.nl